Oprichting jongerenplatform

beeld fabian dekker.jpg

New deal jeugdwerkloosheid: sterker door samenwerking

De jeugdwerkloosheid in ons land is bijzonder laag. Het aantal jonge mensen zonder baan is lager dan voor de economische crisis van 2008. En toch dreigen sommige jongeren tussen wal en schip te raken. Dit is een belangrijke reden voor de oprichting van het platform Jongeren, Werk en Hoop.

DOOR: Fabian Dekker 



Dit voorjaar presenteerde het samenwerkingsverband rond het thema ‘werkgeversdienstverlening’ haar resultaten.

Deze coalitie bestaat uit de organisaties Everyday Heroes, Leids Inzet Collectief en Connecting2U, met als doel het ontwikkelen van een nieuw type werkgeversaanpak. Hoe krijgt deze samenwerking concreet vorm? Rond de opkomst van de Participatiewet in 2015 ontstond bij Everyday Heroes het besef dat er altijd (jonge) mensen zijn die tussen wal en schip dreigen te raken. Zo nemen sociale werkplaatsen geen nieuwe mensen meer aan en zijn het de bedrijven en overheidsinstellingen die nu meer dan ooit mensen moeten aannemen met een afstand tot werk. Zeker in de publieke sector gebeurt dit echter nog maar mondjesmaat. In 2016 waren in totaal (publiek en privaat)57.800 Wajongers aan het werk, oftewel een arbeidsparticipatie van ‘slechts’ 23,7procent werkende Wajongers (UWV 2018).

Ondanks dat steeds meer Wajongers werkzaam zijn bij een reguliere werkgever, behoort Nederland wat betreft de arbeidsdeelname van arbeidsbeperkten tot de slechtst presterende landen in Europa (UWV 2017). De samenwerking binnen deze driehoek van organisaties is voortgekomen uit het besef dat jongeren soms de kwalificaties, ervaring en/of zelfstandigheid missen om aan het werk te komen. En aan de vraagzijde van de economie zien werkgevers door de bomen van regelingen soms het bos niet meer en klagen ze over ‘administratief gedoe’ bij het plaatsen van (jonge) mensen. Het idee is dat door het aanbieden van de juiste begeleiding, training en werkomgeving werkgevers worden ontzorgd en jongeren sneller een duurzame stap op de arbeidsmarkt kunnen maken.

Organisaties en/of personen schaffen hiervoor Power Certificaten aan voor 3.500 euro, zodat mensen met een afstand tot werk een antal praktische obstakels kunnen overwinnen. Het bedrag kan bijvoorbeeld worden ingezet voor het maken van een aanpassing op de werkplek, een vergoeding in de reiskosten, extra scholing of aanvullende begeleiding waardoor plaatsing mogelijk wordt.

Voorwaarden voor plaatsing via Power Certificaat zijn:

•       Er moet sprake zijn van een arbeidscontract van minimaal een half jaar, waarbij gestreefd wordt naar contracten van minimaal zestien uur per week.

•       De eventuele begeleiding van of cursus voor de kandidaat, aanpassingen op de werkplek en ondersteuning van het personeel moeten aantoonbaar geregeld zijn. 


Personen die in aanmerking komen voor ondersteuning via Participatie Certificaten zijn:

• Kandidaten die onder de banenafspraak vallen.

• Kandidaten die onder de Participatiewet vallen en geen wettelijk minimumloon kunnen verdienen.

• Kandidaten met een Wsw-Indicatie.

• Wajongers met arbeidsvermogen.

• Kandidaten met een Wiw of ID-baan (oude Melkert-banen).

 Everyday Heroes ontwikkelt de Participatie Certificaten, het Leids Inzet Collectief legt, via de inzet van een oud-profvoetballer, de verbinding met betaald voetbalorganisaties (bvo’s) voor nieuwe werkplekken en het re-integratiebureau Connecting2U zorgt voor de nodige ondersteuning op de werkvloer. Zo kunnen er naast begeleiding door een reguliere jobcoach praktijkleermeesters Stichting De Nieuwe Poort is de oprichter van het nieuwe jongerenplatform Stichting De Nieuwe Poort jeugdwerkloosheid worden aangesteld die iedere dag zorgen voor een briefing en begeleiding.

In de afgelopen zes maanden zijn in totaal achttien jongeren met een afstand tot werk geplaatst bij twee betaald bvo’s: Sparta en FC Dordrecht. Een belangrijke succesfactor is het enthousiasme van een lokale ambassadeur, zoals in dit geval een ex-voetbalprof. Dit is een cruciale voorwaarde om mensen binnen en rondom bvo’s in beweging te krijgen. Inmiddels zijn ook mensen van andere bvo’s uitgenodigd om bij Sparta kennis te komen maken met hun manier van werken. Ook in eerdere studies naar succesvolle interventies wordt meermaals gewezen op het belang van ‘gedreven leiderschap’ die nieuwe partners aantrekt en waarde creëert voor de gehele aanpak. Ook valt op dat er al in een vroegtijdig stadium verbinding is gelegd met andere relevante partijen, zoals UWV, gemeenten en participatiebedrijven om zo in contact te kunnen komen met potentiële kandidaten. Houvast

Binnen de bvo’s voeren jongeren uiteenlopende werkzaamheden uit, van algemene facilitaire taken tot en met schoonmaakwerk in en rondom het stadion en het verzorgen van decatering. Deelnemende jongeren geven aan dat zij voor hun plaatsing niet alleen relevante werkervaring of een opleiding misten, maar ook structuur en ritme. Ook schortte het in hun beleving nog wel eens aan de motivatie om iets van het leven te willen maken na soms jaren van stilstand. Ze zeggen vooral gebaat te zijn bij houvast en begeleiders die kunnen bijsturen wanneer iets verkeerd gaat. Die begeleiding en het werkritme zorgen voor vertrouwen bij jongeren die traditioneel weinig tot niet kunnen terugvallen op ondersteuning vanuit het informele netwerk. In het algemeen kunnen jongeren bij bvo’s werken aan hun motivatie en zelfvertrouwen en in een aantal gevallen zelfs weer hun eerder afgebroken opleiding  oppakken.

Voetbalorganisaties kunnen zonder al te veel administratieve rompslomp invulling geven aan de realisatie van hun maatschappelijke doelstellingen en aanschaffers van Power Certificaten geven in sommige gevallen direct invulling aan hun SROI-verplichtingen. Dit concrete voorbeeld laat zien dat nieuwe vormen van samenwerking in het sociaal domein eigenlijk een logische manier is om oplossingen te vinden voor de meest hardnekkige kanten van  jeugdwerkloosheid. In het algemeen ontstaat het beeld van een vernieuwende en creatieve aanpak om jonge mensen met een afstand tot werk (weer) te laten participeren op de arbeidsmarkt. Wat dat betreft is de aanpak doeltreffend. Maar kanttekeningen zijn er ook. Hoe kansrijk is het perspectief van deze doelgroep na afloop van het contract bij een bvo? Desgevraagd is er eigenlijk geen duidelijk zicht op wat er met jongeren gebeurt nadat ze zijn weggegaan. Soms is er nog wat contact via een groepsapp en er zijn, volgens onze gesprekspartners, enkele gevallen bekend waarbij jongeren vast in dienst zijn gekomen bij een van de bedrijven uit het netwerk van business clubs. Maar voor het overgrote deel is het vervolgtraject onzichtbaar. Daarom is een intentie uitgesproken om na deze pilotfase een doorontwikkeling te maken, waarbij in het ideale geval een vergelijking wordt gemaakt tussen de loopbaanontwikkeling van jonge mensen die in aanraking zijn gekomen met deze aanpak en bijbehorende begeleiding op de werkplek (de testgroep), en een groep die vergelijkbaar is met de testgroep en hier geen gebruik van heeft gemaakt (de controlegroep). Dit is in de praktijk vaak niet eenvoudig maar ook bij relatief kleine aantallen is het steeds beter mogelijk om dit type experimenten op te zetten en zo de effectiviteit vast te stellen.